11 september 2015
In de eerste bijeenkomst beeldende vorming heb ik geleerd waarom het vak nu beeldende vorming heet en niet handvaardigheid, zoals het vroeger werd genoemd. Het gaat meer om het ontwikkelen van beeldend vermogen dan het ontwikkelen van vaardigheden, zoals tekenen. Dit heb ik geleerd aan de hand van een experiment dat met onze eigen klas werd uitgevoerd.
De klas werd opgedeeld in groepjes van ongeveer 4 personen. Ik zat zelf in het groepje wat iets verder van de andere groepjes was geplaatst, zonder dat ik dit doorhad. Toen kregen we een boekje met op de voorkant een inleidend verhaal. Het verhaal wat mijn groepje te lezen kreeg was het verhaal over een meisje dat elke keer als haar tante weer ergens op vakantie was geweest, een beeldje van haar kreeg. De tante was dit keer naar Parijs geweest, dus het meisje kreeg een beeldje van de Eiffeltoren.
Het was de opdracht aan de hand van het voorbeeld een toren te maken van kubussen die de lucht in steeds kleiner werden. Op deze toren moest een ster komen en daarop moesten we schrijven waar we een ster in willen worden. Bij de opdracht waren plaatjes gevoegd wat als voorbeeld diende voor onze toren. Aan de hand van de uitleg in de opdracht en de voorbeeldplaatjes zijn we hard gaan werken om de opdracht ook binnen de afgesproken tijd (15 minuten) af te krijgen.
Toen de 15 minuten om waren, keken we om ons heen: totaal verschillende torens. Mijn eerste reactie was 'Zo die zijn vrij omgegaan met de opdracht.' Er waren gewoon complete restaurants van papier gebouwd. Ik zag trappen, ik hoorde een groepje zeggen dat ze zelfs een bar op de begane grond hadden en ik snapte er niets van en de rest van mijn groepje ook niet. We hebben onze opdracht nog en paar keer doorgelezen, maar konden niets vinden wat aanleiding zou geven tot de bouwwerken van de andere groepjes.
Het bleek dat de andere groepjes allemaal een opdracht hadden gekregen die totaal anders was dan die van ons. Zij hadden als introductie een verhaaltje gelezen over de film 'Ratatouille'. Het was aan deze groep om een restaurant te bouwen voor de rat uit deze film. Zij hadden slechts enkele richtlijnen voor deze opdracht:
- de toren moest zo hoog mogelijk zijn
- er moest een reclamebord op
- er moesten geometrische vormen in het ontwerp terugkomen
Het enige 'voorbeeldplaatje' wat deze groepjes konden gebruiken was een instructieplaatje van hoe je een strook papier over de lengte in tweeën vouwt.
De restaurants ontworpen door deze groepjes zagen er stuk voor stuk anders uit en waren veel creatiever en mooier dan onze saaie toren.
Wat achteraf ook was opgevallen, was het verschil in volume en gespreksstof tussen onze groep en de andere groepjes. Waar de andere groepjes druk in overleg waren over het ontwerp van hun restaurant, was het bij ons best stil en als er een gesprek was ging het gesprek over de muziek die aanstond. Nadat wij een plan van aanpak hadden gemaakt, was het voor ons namelijk niet meer nodig om te overleggen.
Achteraf hebben we met de klas besproken wat bij ons groepje de uitdagingen waren en wat bij de andere groepjes de uitdagingen waren. Hier kwam een overlappende uitdaging uit, namelijk die van samenwerken / taken verdelen. Verder ging het er bij ons vooral om dat we de stappen goed volgden en dat de constructie goed in elkaar zat. Voor de groepjes met de vrijere opdracht was de belangrijkste uitdaging het samenvoegen van ideeën.
Beide opdrachten zijn ook in te delen in het procesfaseschema:
De Eiffeltoren-opdracht was dus een duidelijk voorbeeld van handvaardigheid of knutselen. Voorbeelden kopiëren, waarbij de nadruk dus niet op de creativiteit ligt, maar op vaardigheden. De Ratatouille-opdracht was juist het tegenovergestelde. Het was een kans zelf na te denken, zelf beeldend vorm te geven en creativiteit te tonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten