Deze bijeenkomst stond in het teken van het 'Beeldend Vermogen'. Eerst hebben we een korte bespreking gehad van de ontwikkeling wat betreft het beeldend vermogen. Vervolgens hebben we een indeling gemaakt van zelf meegebrachte kindertekeningen in deze fasen van ontwikkeling van het beeldend vermogen. Daarna moesten wij twee tekeningen zoeken die wat de leeftijd van kinderen betreft niet bij de juiste ontwikkelingsfase aansloten. Tot slot hebben we in de kindertekeningen verschillende beeldaspecten gezocht. Als eindopdracht kregen we mee dat we in tweetallen een opdracht moesten bedenken met een beeldend probleem om het beeldend vermogen wat verder te laten ontwikkelen.
Fase 1. |
Fase 2a. |
Fase 2b. |
De ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen zijn als volgt in te delen:
- Krabbelen en krassen.
Dit zijn de eerste pogingen van een kind om iets op papier te zetten, dit hoeft nog niet de realiteit weer te geven. Het achterlaten van een spoor is het belangrijkste. Dit stadium geldt vooral voor kinderen in de voorschoolse fase en jonge kleuters. - Gecodeerde werkelijkheid.
a) De leerling ontwikkeld symbolen om dingen uit zijn eigen realiteit weer te geven. Zo moet een koppoter (een hoofd met benen) een mens voorstellen. Alle beelden zien er hetzelfde uit, maakt niet uit op welke plek ze voorkomen. Er is sprake van omklapping (voorbeeld volgt later) en doorzichtigheid (voorbeeld volgt later). Deze fase beslaat vooral de onderbouw van het basisonderwijs.
b) In de middenbouw hebben de tekeningen een duidelijke onderkant en bovenkant. Er worden meer voorwerpen getekend en de tekeningen worden kleine verhaaltjes. Uiteindelijk kunnen zaken als overlapping en afsnijding in de tekeningen terug te vinden zijn, - Realistische werkelijkheid.
Aan het einde van de middenbouw of in het begin van de bovenbouw ontstaat een interesse in het realistisch weergeven van beelden. De persoonlijkheidsontwikkeling en de nieuwe interesses van deze leerlingen zorgen voor andere onderwerpen waarover getekend wordt. De leerlingen willen dat hun werk realistisch lijkt en dat anderen het mooi vinden. Daarom tekenen ze dingen waar ze zeker van zijn dat ze het kunnen.
In de productieve fase hebben we twee opdrachten uitgevoerd. In onze stapel met tekeningen vonden wij twee tekeningen van leerlingen die afweken van wat voor hun leeftijd normaal is. Als eerste kijken we naar de tekening van Klein Duimpje gemaakt door een kind van 3 jaar. Het kind zit volgens de leeftijd nog in de krabbelfase. Het kind heeft echter geprobeerd iets vast te leggen wat zij kent en niet alleen om een spoor achter te laten. Dit kind is dus verder dan het volgens de ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen zou moeten zijn.
Tekening 8-jarige. |
De tweede tekening is van een kind van 8 jaar. Het kind zou wat betreft haar leeftijd al in fase 2b moeten zitten. Als we terugkijken naar de indeling die hierboven vermeld staat, kunnen we echter niet constateren dat dit kind in fase 2b zit. De tekening vertoont niet veel verschillende voorwerpen, is nog erg simpel van aard, beeld geen verhaaltje uit en ook elementen als afsnijding en overlapping zijn nog niet zichtbaar.
De tweede opdracht was het koppelen van beeldaspecten aan de tekeningen. De beeldaspecten die we konden verdelen vielen onder de categorieën 'kleur', 'vorm', 'compositie' en 'ruimte'. We hebben eerst alle blaadjes uitgeknipt om ze vervolgens te verdelen over de tekenen. Aangezien onze tekeningen niet verder gingen dan groep 6 en fase 2b, was het niet mogelijk om alle beeldaspecten een plekje te geven. Om een algemeen beeld van de verwerking van deze opdracht te geven zal ik per categorie één beeldaspect laten zien.
Overzicht te verdelen beeldaspecten. |
Functioneel kleurgebruik. |
Op de tweede tekening zien we een voorbeeld van 'lijnen' die onder de categorie 'Vorm' valt. Het kind heeft schommels getekend door alleen maar lijnen te gebruiken.
Lijnen. |
De derde tekening laat een tekening zien van een kind die gebruik maakt van een grondlijn. De mensen staan op de grondlijn en het is niet mogelijk om een duidelijke tekening te krijgen als je de grondlijn niet aan de onderkant houdt. Het beeldaspect 'grondlijn' valt onder de categorie 'compositie'.
Grondlijn. |
De reflectieve fase van deze les was tijdens de les. De docent liep rond om na te kijken zowel bij de eerste als bij de laatste opdracht. Verder was er veel sprake van reflectie, omdat we in een groepje van vier werkten. Je levert constant feedback op elkaars beslissingen en er is sprake geweest van overleg. Deze les was verder niet te beoordelen door iets als een beoordelingsmatrix.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten