vrijdag 17 juni 2016

Pluim heeft trek in een paddosnack: lesvoorbereiding semester 1.

30 oktober 2015

Ik had aan mijn mentor gevraagd wat ik kon doen als opdracht voor Beeldende Vorming. Uit de methode heeft hij de les 'Pluim heeft trek in een paddosnack' gehaald. De opdracht komt met een verhaaltje over een eekhoorn die met zijn ouders paddenstoelen aan het verzamelen is voor de winter. Op een gegeven moment komt Pluim op een plek in het bos waar de meest bijzondere paddenstoelen groeien die je je kunt bedenken. Het is dan aan de leerlingen om te bedenken hoe deze paddenstoelen eruit zien.

Klassieke vis.
Het volgende lesvoorbereidingsformulier is niet het origineel. Ik heb veranderingen aangebracht naar aanleiding van het lesfasenmodel van Beeldende Vorming. Zo heb ik bijvoorbeeld mijn doelen onderverdeeld in beeldende en technische doelen. In mijn originele lesvoorbereiding heb ik de drie fasen (receptief, productief en reflectief) al opgenomen. De verschillende beeldculturen kwamen in mijn originele lesvoorbereiding wel al aan bod, maar werken nog niet expliciet onder het kopje 'beeldculturen' vermeld. Het niet expliciet vermelden is het ook het geval geweest voor ´beeldendprobleem´, ´instructie techniek´, ´presentatievorm´, ´nabeschouwing´ en ´beoordelingscriteria´. Deze onderdelen waren echter ook al verwerkt in de originele lesvoorbereiding. Tot slot kwamen de kopjes ´beeldend vermogen´, ´ontwikkelingsfase´, ´beeldbeschouwen´, ´beeldaspecten´ en ´werkprocessen´ niet voor in de eerste versie van dit lesvoorbereidingsformulier. De uiteindelijke versie van het lesvoorbereidingsformulier is aan het einde van dit bericht te vinden. Al met al is het best een grote aanpassing geweest, waar ik alleen maar tevreden over ben. Ik ben me nu bewust van veel meer niveaus die in een Beeldende Vorming les zitten.

Moderne vis.
Postmoderne vis.
In de inleiding heb ik ervoor gekozen om drie plaatjes uit de drie verschillende beeldculturen te laten zien, die met elkaar vergelijkbaar waren, omdat ze hetzelfde moesten voorstellen: een vis. Het was duidelijk dat de leerlingen voor dit punt alleen nog maar in aanraking waren geweest met het realistische beeld en hun eigen schematische weergave van de werkelijkheid, in dit geval van een vis. De meeste leerlingen reageerden verbaasd toen ik de moderne en de postmoderne vis liet zien. 'Dat is toch geen vis' was een veelvoorkomende reactie. Ik heb de leerlingen er daarom gewezen op de kenmerken die de vissen allemaal bezitten: een staartje, een oog een mond en daarnaast komt de vorm van de vissen ook grotendeels overeen. Naar aanleiding van deze vissen heb ik besproken dat de paddenstoelen van de leerlingen dus ook niet allemaal rood met witte stippen hoeven te zijn.

Kunstwerk 1: clichébeeld.
Toen de leerlingen aan de slag gingen met de opdracht ben ik rondjes door de klas gaan lopen om te kijken hoe de leerlingen bezig waren met de opdracht. Ik zag veel paddenstoelen die rood waren met witte stippen en heb leerlingen er nogmaals op gewezen dat dit dus niet per se zo hoeft te zijn, zeker niet met fantasie paddenstoelen. Gelukkig waren er ook zeker leerlingen die wel wat creatiever aan de slag zijn gegaan.

Ik zal de resultaten bespreken aan de hand van drie door de leerlingen gemaakte werkjes. Die de drie categorieën aan resultaten voorstellen die in deze klas voorkwamen.
Kunstwerk 2: tussen cliché en creativiteit.
Het kunstwerk 1, links, vormt bijna het complete clichébeeld: paddenstoelen met een witte steel, een rode hoed en nog net niet witte stippen. Ook de eekhoorn is een redelijk schematische weergave van de werkelijkheid. De meeste klasgenoten van deze leerling vonden dit heel mooi. Het grootste deel van de groep heeft gekozen voor paddenstoelen met een witte steel en een rood hoedje.

Vooral onder de jongens waren er afwijkingen van het clichébeeld te vinden. In het tweede kunstwerk is niet helemaal aan de opdracht voldaan: de paddenstoelen zijn niet over de hele breedte van het blad verspreid en staan los van elkaar. Wel heeft deze leerling meer creativiteit getoond. De paddenstoelen hebben weliswaar de standaardvorm: lange steel met een hoedje, maar ze bevatten ook gezichten en de eekhoorn bevindt zich in de mond van één van de paddenstoelen. Het feit dat de paddenstoelen gezichten hebben geeft aan dat deze leerling wel goed de focus heeft gelegd op het fantasiegedeelte van de opdracht. Ik denk dat iets minder dan de helft van de jongens voor een vergelijkbare aanpak is gegaan.

Kunstwerk 3: creativiteit.
Er was slechts één leerling die helemaal weg is gestapt van het clichébeeld van paddenstoelen, dit is te zien in kunstwerk 3. Zowel de eekhoorn als de paddenstoelen zijn in dit werk een stuk minder herkenbaar, maar er is absoluut goed aan de opdracht voldaan. Het blad is niet alleen in de breedte gevuld met paddenstoelen, maar ook nog in de lengte en de paddenstoelen staan niet los van elkaar. Ook aan de eisen voor de eekhoorn is voldaan. Ik heb dit werk als één van de werkjes uitgekozen om aan het einde van de les te bespreken, zodat de andere leerlingen ook inzagen dat je ook op een minder voor de hand liggende manier aan de opdracht kon voldoen.

logootjeLESVOORBEREIDINGSFORMULIER
STUDENT Lisa Janssen                                                   KLAS PLA1C

STAGEBEGELEIDER Marijke Nederlof                                             

STAGEGROEP 6B

LESACTIVITEIT Beeldende Vorming
STAGESCHOOL RKBS de Christoffel

MENTOR Hans Bhajan
DATUM 30 oktober 2015

LESDUUR ±70 minuten

STARTPUNT VAN VOORBEREIDING
BEGINSITUATIE


·          De leerlingen weten hoe eekhoorns er ongeveer uitzien.
·          De leerlingen hebben kortgeleden een les over paddenstoelen gehad.
Beeldend vermogen: gecodeerde werkelijkheid, want de leerlingen zullen waarschijnlijk allemaal een bruine eekhoorn maken met een lange staart die omhoog staat en eindigt in een krul.
Ontwikkelingsfase: 2a schematisch realisme, want de leerlingen zullen de eekhoorn en de paddenstoelen nog niet allemaal fotografisch kunnen weergeven.
LESDOEL(EN)

·          Beeldend doel: de leerlingen schilderen een eekhoorn en een blad vol met zelfbedachte, bijzondere paddenstoelen, de eekhoorn mag niet te breed zijn, de breedte van het blad bij de paddenstoelen moet gevuld zijn en de paddenstoelen mogen niet allemaal los van elkaar staan.
·          Technisch doel: de leerlingen zijn in staat door het blad lichtjes te vouwen een knipje te zetten in het blad met de paddenstoelen, waardoor de eekhoorn tussen de paddenstoelen geschoven kan worden.
EIGEN LEER-
DOEL(EN)
·          De Beeldende Vorming les goed organiseren door duidelijke instructies te geven.
·          Een moment van rust creëren tussen de twee fasen van de opdracht, door dit van tevoren aan te kondigen.


FASE
LEERACTIVITEIT
DID. WERKVORMEN
MATERIALEN
ORIENTATIE /
RECEPTIE

tijdsduur: 10 minuten
Receptieve fase:
1.     Ik vertel de klas dat het de tijd van Halloween is en vraag de klas wat daarbij hoort: pompoenen. Ook vraag ik de klas welk seizoen het is. Ik zeg dat ik wel een hele bijzondere manier van een pompoen versieren heb gezien en ik laat de klas een filmpje zien van een eekhoorn die een gezicht uit een pompoen eet.
2.     Ik vertel de klas het eerste deel van het verhaal van eekhoorn Pluim die trek heeft in een paddosnack. Ik vertel dat het ons doel is om Pluim in een bos te krijgen vol met hele bijzondere paddenstoelen.
3.     Ik vertel de leerlingen dat ik de opdracht eerst ga uitleggen en waar ze op moeten letten als ze aan de slag gaan.
4.     Ik laat de leerlingen eerst een plaatje zien van een klassiek geschilderd bos en vertel erbij dat dit er dus heel erg realistisch uitziet. Ik zeg vervolgens dat dit ook anders kan en ik laat plaatjes zien van een klassieke, modernistische en postmodernistische vis. Ik vraag de leerlingen of ze dus altijd een rode paddenstoel met witte stippen moeten maken à nee.
Beeldcultuur: de leerlingen zijn vrij om zowel voor een klassiek, modern als postmodernistisch aanpak te kiezen, ik verwacht dat de meeste leerlingen voor modern zullen gaan, omdat zij nog niet in staat zijn volledig natuurgetrouw te schilderen en postmodernisme misschien te raar voor de leerlingen is.
Beeldbeschouwen: ik vraag de leerlingen alleen naar de concrete voorstelling van de verschillende werkend ie ze te zien krijgen, ik zou daarom zeggen dat het gaat om stadium 2 van Parsons.
ADI:
1.     Verras de hersenen d.m.v. de interactieve vorm.
2.     Activeer voorkennis en bespreek de lesdoelen.
3.     Vertel lesverloop.
4.     Motiveer en inspireer.
·          Digibord met Prowise.
UITVOERING/
PRODUCTIE

tijdsduur: ±45 minuten

Productieve fase:
1.     Met ondersteuning van het bord leg ik uit dat de leerlingen voor ze beginnen hun blaadje horizontaal vast moeten houden en dan in de lengte in tweeën moeten vouwen. Op de linkerhelft van het blaadje moeten de paddenstoelen komen en op de rechterkant van het blaadje moet de eekhoorn komen. Ik laat de eisen op het bord zien die ik aan de eekhoorn (niet te breed) en de paddenstoelen (over hele breedte en mogen niet los van elkaar staan) gesteld heb. Ik vermeld ook dat de rechtshandige leerlingen aan de linkerkant beginnen met het schilderen van de paddenstoelen en dat de linkshandige kinderen aan de rechterkant beginnen met het maken van de eekhoorn. Dit om een kliederboel te voorkomen. Ik vertel dat de leerlingen als ze klaar en opgedroogd zijn het blad in tweeën mogen knippen en ze de eekhoorn uit moeten knippen. Ook vertel ik de klas dat ze daarna een klein knipje in hun fantasiepaddenstoelenbos  moeten zetten, zodat de daarna Pluim in zijn bos kunnen schuiven.
2.     Ik laat de klas met mij meevouwen, zodat ik zeker weet dat de leerlingen het blad goed gevouwen hebben. Daarnaast laat ik zien hoe je een knipje midden in een blad zet.
3.     De leerlingen gaan aan de slag met de paddenstoelen en de eekhoorn. Ik loop rond om eventuele vragen te beantwoorden of ondersteuning te verlenen.
Beeldend probleem: de leerlingen ontwerpen hele bijzondere paddenstoelen die de eekhoorn volgens het verhaaltje is tegengekomen in het bos.
Beeldaspecten: het moet lijken alsof de eekhoorn in een bos staat dus ik zou het beeldaspect ruimtelijk/compositie hieraan koppelen.
Werkproces(sen): ambachtelijk, de leerlingen krijgen wel enigszins experimentele vrijheid wat betreft de paddenstoelen, maar er is nou eenmaal ook een stereotype beeld van een eekhoorn die ze zullen maken.
Instructie techniek: ik vertel de leerlingen dat er zowel dunne als dikke kwasten beschikbaar zijn en laat dus zien hoe je een knipje zet in het midden van een blad.
ADI:

1.     Instructie.
2.     Inoefening.
3.   Zelfstandig werken.
·          31 groene blaadjes.
·          7 kleuren verf (bruin, groen, rood, wit, geel, blauw en oranje).
·          12 bordjes om verf op te doen.
·          31 scharen.
·          ±40 kwasten.
·          Digibord met Prowise.
AFSLUITING /
REFLECTIE

tijdsduur: ±15 minuten

Reflectieve fase:

·          Presentatievorm: alle leerlingen hebben hun werk voorin de klas ingeleverd en hebben aan het eind van het zelfstandig werken de kans gehad om elkaars werk te bekijken.
·          Nabeschouwing: we bekijken als klas of de werkjes erg op elkaar lijken en bespreken een paar leerlingen die een hele andere weg zijn ingeslagen.
·          Beoordelingscriteria: aan de hand van het beoordelingsschema bekijken we hoe de leerlingen het gedaan hebben, dit doe ik door steeds een werkje omhoog te houden, aantal afhankelijk van tijd die over is.

·          Digibord met Prowise.
·          De resultaten van de opdracht.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten