vrijdag 17 juni 2016

Eindopdracht: Lesplan BV

15 juni 2016

Als eindopdracht voor Beeldende Vorming moesten wij aan de hand van een tekening een les ontwerpen met een beeldend probleem. De les moest een beeldaspect beslaan wat in de tekening van de leerling nog niet helemaal goed zat. De les is bedoelt om leerlingen inzicht te geven wat betreft dit beeldaspect.

'Vulkanen'. 
Ik heb samen met mijn klasgenote Daniëlle een les gemaakt aan de hand van deze kindertekening. Er is wel al enigszins gebruik gemaakt van contour, maar de vormen zijn nog niet juist.

Logo Batman.
Om het zo realistisch mogelijk te maken hebben we gedaan alsof de hele klas hetzelfde niveau liet zien wat betreft contour. In deze les ligt de focus dan ook op het beeldaspect 'contour', wat valt onder de categorie 'vorm'. De uitgebreide versie van de les is te lezen in onderstaand lesvoorbereidingsformulier. Ik zal een korte samenvatting geven.
We openen de les met een bewustzijn dat voorwerpen met één lijn getekend kunnen worden. Dit doen we aan de hand van een introductiespel en voor de kinderen bekende logo's.
Logo Snapchat.
Logo Apple.
In de productieve fase gaan de leerlingen aan de slag met ijzerdraad om de contour van een dier te maken. De eisen die we aan dit werk stellen zijn:

  1. Het dier moet uit één vorm gemaakt zijn.
  2. Het dier moet herkenbaar zijn.
Het is aan de leerlingen zelf om te kiezen wel dier ze maken.
In de reflectieve fase gaan we klassikaal kijken of de resultaten aan de gestelde eisen voldoen en waarom wel of niet.



logootjeLESVOORBEREIDINGSFORMULIER

STUDENTEN Lisa Janssen & Daniëlle van Lieshout            
KLAS PLA1C  
STAGEGROEP 6

LESACTIVITEIT Beeldende Vorming, eindopdracht: lesplan
LESDUUR ±40 minuten
STARTPUNT VAN VOORBEREIDING
BEGINSITUATIE


·          De vorige les is er een tekenopdracht gegeven, waarbij de leerlingen hun eigen boerderij met dieren mochten tekenen.
·          Bij veel leerlingen bestaan de dieren uit aparte, schematische vormen.
·          De leerlingen hebben nog nooit met ijzerdraad gewerkt.
Beeldend vermogen: fase 2: gecodeerde werkelijkheid, want de kinderen tekenen altijd hetzelfde als ze bijvoorbeeld een koe tekenen (4 rechte poten, zwart-witte buik, een kop en een staart).
Ontwikkelingsfase: schematisch realisme
LESDOEL(EN)

·          Beeldend doel: de leerlingen maken de contour van een dier naar keuze, het dier moet herkenbaar zijn voor de andere leerlingen.
·          Technisch doel: de leerlingen gebruiken ijzerdraad en het buigen en draaien ervan om een contour van een dier te maken.

FASE

LEERACTIVITEIT
DID. WERKVORMEN
MATERIALEN
ORIENTATIE /
OPENING

tijdsduur: 10 minuten
Receptieve fase:
1.     We vertellen de leerlingen dat we met één lijn een voorwerp kunnen maken en dat de leerlingen dan moeten raden welk voorwerp het is. Op deze manier tekenen we een tafel, vervolgens tekenen we een vaas op de tafel en tot slot een bloem in de vaas, waarbij de leerlingen dus drie keer moeten raden welk voorwerp het moet voorstellen.
2.     Door de motiverende opening raken de leerlingen zich er al van bewust dat bijvoorbeeld een voorwerp wel met één lijn te tekenen is. Ook vertellen we dat we contouren ook op plaatsen tegen kunnen komen waar we het minder snel verwachten. We laten plaatjes zien van de logo’s van o.a. snapchat, batman en Apple en vragen we de leerlingen wat de logo’s moeten voorstellen. We staan er bij stil dat het spookje, de vleermuis en de appel er niet zo uitzien als je ze normaal zou tekenen (afwijkende kleur en gebrek aan details). We staan per logo stil of de losse vormen uit één lijn bestaan. We vertellen dat het doel van vandaag is dat we ook van één lijn, van ijzerdraad, de omtrek van een dier gaan maken.
3.     We vertellen dat we eerst nog wat verdere uitleg over de opdracht gaan geven, dat de leerlingen vervolgens aan de slag mogen met het materiaal en dat we aan het einde van de les gaan bespreken of we het goed gedaan hebben.
4.     We zeggen dat we benieuwd zijn wie het lukt om een mooi dier te maken met één lijn.
Beeldcultuur: modern, want ze maken iets niet natuurgetrouws (een dier bestaat niet alleen uit een lijn), het is iets abstracter dan een echt dier en er is geen vermenging van klassieke beelden met hedendaagse beelden.
Beeldbeschouwen: stadium 2 van Parsons: het gaat erom dat de leerlingen in een simpel figuur wat het beeld concreet moet voorstellen. Wat het beeld daarnaast wat betreft expressie uitdrukt is deze les niet belangrijk.
ADI:
1.     Verras de hersenen d.m.v. de interactieve vorm.
2.     Activeer voorkennis en bespreek de lesdoelen.
3.     Vertel lesverloop.
4.     Motiveer en inspireer.
·          Digibord met Prowise.
UITVOERING/
KERN

tijdsduur: 20 minuten
Productieve fase:
1.     Beeldend probleem: we vertellen dat de leerlingen zelf mogen kiezen welk dier ze gaan maken, maar dat er wel eisen zitten aan het eindproduct:
- Het dier moet uit één lijn bestaan. De lijn in de vorm van het dier kan straks plat op tafel liggen.
- Het dier moet voor de andere leerlingen herkenbaar zijn.
We laten de leerlingen zien met welk materiaal we gaan werken en vertellen dat de leerlingen 15 minuten de tijd krijgen.
2.     De leerlingen ontdekken wat zij met het materiaal kunnen doen en maken in 15 minuten tijd een contour van een dier naar keuze. Wij lopen rond om te kijken of de leerlingen klassikaal misschien meer tijd nodig hebben en om te zien of de leerlingen de opdracht goed begrepen hebben.
Beeldaspecten: vorm, want de leerlingen maken een dier door ijzerdraad in verschillende vormen te buigen. De rest van de beeldaspecten zijn hierbij niet van toepassing.
Werkprocessen: experimenteel, want de kinderen experimenteren met ijzerdraad (hiermee hebben ze nog nooit gewerkt).
Instructie techniek: we vertellen de kinderen dat ze het ijzerdraad kunnen buigen en draaien in elke vorm die ze willen. We laten zien hoe je het ijzerdraad kunt buigen in een vorm (niet de vorm van een dier).
ADI:

1.     Instructie.
2.     Zelfstandig werken.
·          IJzerdraad (uitdelen na instructie)
·          Digibord met Prowise
AFSLUITING

tijdsduur: 10 minuten

Reflectieve fase:
Presentatievorm: we leggen alle dieren op een paar aangeschoven tafels in het midden. De kinderen kunnen zo langs de dieren lopen om te kijken welke dieren het zijn.
Nabeschouwing: we vragen de kinderen om van elkaar de dieren te benoemen. Wat maakt nou dat de lijn op dat dier lijkt?
Beoordelingscriteria: aan de hand van het beoordelingsschema gaan we de dieren van de leerlingen beoordelen. We letten op de volgende punten:
·          Is het dier uit één vorm gemaakt.
·          Is het dier herkenbaar (dit controleren we door voor het bespreken aan andere leerlingen te vragen welk dier het moet voorstellen).
De volgende les zal bestaan uit een tekenopdracht, op deze manier willen wij testen of de leerlingen de contouren ook al toe gaan passen in hun tekeningen.
ADI: Evaluatie d.m.v. interactieve vorm.
·          Digibord met Prowise
·          Ijzerdieren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten